Dag 11, zondag 2 augustus: heuvel op, heuvel af

[Steven:] Zoals elke dag horen we al vroeg gerommel in het hotel: de wandelende pelgrims maken aanstalten om hun pad richting Santiago te hernemen. We draaien ons nog eens om, en worden wakker als de wekker om 7 uur afgaat.

Nu we met Carlien een bezemwagen hebben, dient zich de vraag aan of we onze bagage door haar zullen laten meenemen, of dat we die gewoon zelf op de fiets zullen blijven dragen. Ik twijfel – waarom zouden we niet gebruik maken van deze luxe transportmogelijkheid, zodat we lekker licht kunnen fietsen? – maar Pablo is resoluut: hij heeft de bagage al tien dagen zelf gedragen, de laatste twee dagen zal hij dat zelf ook doen. Ik ben solidair, en doe het daarom ook, maar vraag me wel een beetje af wat we eigenlijk met deze actie willen bewijzen. Op eigen kracht fietsen lijkt me het belangrijkst.

We beginnen onze fietstocht straf, met twee colletjes op 1300 en 1335 meter (met daartussen een flinke ‘kuil’). Het is mistig en koud, slechts 11 graden. We doen ons windjack aan, en ik ook een trui. Zo hebben we alle meegenomen spullen effectief gebruikt. Dat doet genoegen.

Na ongeveer drie kilometer zie ik dat mijn kilometerteller nog niet op 0 staat. Dat gebeurt me bijna elke dag, maar vaak heb ik het sneller door, binnen één kilometer; na drie kilometer, en bergop, is zeldzaam. Ik overleg met Pablo, en we besluiten op het einde van de reis tien kilometer bij de totaal afgelegde afstand te rekenen voor alle keren dat het kilometermannetje de teller te laat op 0 heeft gezet. Dat lijkt een voorzichtige en daarom redelijke schatting. We zullen bij de notaris navragen of deze correctie juridisch in de haak is, want het heeft natuurlijk ook een impact op andere zaken, zoals de gemiddelde snelheden.

Na de colletjes komt een grote afdaling. We zien veel wandelaars, en wensen elkaar steeds ‘Buen Camino’. Het zijn waarschijnlijk de meest gebruikte woorden op onze tocht.

In Samos staat een fraai klooster, met daartegenover Bar España. De aardige eigenaresse serveert café con leche met bizcocho (cake), die wij ons twee keer heerlijk laten smaken. Na het wegrijden bij het klooster zien we de eerste rijpe vijgen. Wat een delicatesse! 

Onder de brandende zon komen we aan in Portomarin. We zien Carlien bij restaurant Mirador. Terwijl we op een tafeltje wachten, maak ik een reservering voor twee hotelkamers in Melide. Ik gebruik daarvoor de website van Booking, omdat ik daardoor weet waar kamers beschikbaar zijn. Ik verkies echter de kamers direct bij de hotels te boeken, omdat ik er nog steeds moeite mee heb dat Booking tijdens de Coronacrisis overheidssteun heeft aangevraagd (61 miljoen euro), terwijl het bedrijf in 2019 een astronomische winst boekte (4,9 miljard euro). We bespreken of het ethisch verantwoord is om de Booking site te gebruiken teneinde een kamer te vinden, maar die vervolgens niet via die site te boeken.  

Ons tafeltje heeft een mooi uitzicht op de rivier, maar het blijkt nog een ander, veel interessanter uitzicht te hebben, namelijk op de keuken. We genieten met volle teugen van de Spaanse gerechten die klaar staan om geserveerd te worden.

Na de lunch moeten Pablo en ik weer aan de bak, en het is geen sine cure. De zon hakt op ons in, de berg is stijl, en de lunch ligt nog vers op de maag. Waar we het vanmorgen nog koud hadden, hebben we het nu snikheet. Gelukkig biedt de schaduw van bomen aangename verkoeling. We zwoegen 13 km omhoog, tot we bij Hospital de la Cruz aan de top zijn en bij een bar kunnen genieten van water en een cola.

Onderweg maken we ranglijstjes van dingen waar we het meeste van genoten hebben:

- koffie: Samos
- sinaasappelsap: Chozas de Abajo
- wijn: Protos crianza, vlak voor Burgos
- voorgerecht: sardienen salade in Yesa
- hoofdgerecht: chuletón in Carrión los Condos
- toetje: Santiago taart in Portomarin
- kerk: León
- museum: Romaanse kunst in Jaca
- klooster: San Juan de la Peña
- fietsenmaker: Ponferrada

We gaan verder naar Melide. Het gaat heuvel op, heuvel af. Het Gallego lijkt geen woord nodig te hebben voor plat of zelfs vals plat.

We verbazen ons over de enorme hoeveelheid bordjes, palen en andere aanduidingen die wandelaars en fietsers de weg naar Santiago wijzen. Hoeveel zullen er totaal in heel Spanje staan? 50.000? 100.000? Je moet wel van goede (slechte?) huize komen om hier verkeerd te lopen of te fietsen. Welke andere tocht ter wereld vertroetelt zo zijn klanten?

De laatste 15 kilometer gaan over een soort van snelweg, het is zeer onaangenaam rijden. Bij het hotel aangekomen zijn we blij Carlien weer te zien. We zien ook drie andere Santiago fietsers, maar zij hebben elektrische fietsen. We vragen aan de vriendelijke hoteleigenaar of dat in zijn ogen authentieke pelgrims zijn. “Ieder doet de Camino op zijn eigen wijze”, zegt hij. “Maar uiteindelijk moet iedereen natuurlijk wel rekenschap afleggen bij de Heer”.   

Dat lijkt ons een helder en bevredigend standpunt. We douchen en nemen met zijn drieën een biertje met een salade. Carlien laat haar artistieke vrucht van vandaag zien, een fraaie schets van de omgeving van het hotel. Ik ben vol bewondering en trots op mijn vrouw.

Morgen 55 km fietsen, dus heel waarschijnlijk de laatste dag. Santiago is binnen handbereik! 

Statistieken:

Pedrafita o Cebreiro - Melide: 111,78 km 
Effectieve reistijd: 6:48 h
Gem. snelheid: 16,30 km/h
Topsnelheid: 56,50 km/h
Totaal afgelegde afstand: 982,58 km (+10)

































Reacties

Populaire posts van deze blog

Dag 12, maandag 3 augustus: doel bereikt!

Dag 7, woensdag 29 juli: 155 km en een prijsvraag